Algemeen Dagblad

Actrice Daphne over haar tienertijd in Maarssen: ‘We braken in, blowden en staken dingen in de fik’

Actrice en theatermaakster Daphne Gakes (33) vertelt aankomende zondag in het NTR-programma Lief Dagboek over haar puberjaren in Maarssen. Ze leest passages voor uit het dagboek dat ze destijds bijhield. „Vroeger dacht ik altijd: als ik groot ben, wordt alles anders. Maar alles is nog precies hetzelfde.”

Je kwam op je dertiende vanuit Zwitserland in Maarssen wonen. Hoe was dat voor een brugpieper?

„Op mijn eerste dag op het Niftarlake dacht ik: jeetje, wat zijn de leerlingen hier brutaal! Ze noemden de meester gewoon meester Jos. In Zwitserland zit je kaarsrecht in de klas en wordt er niet gespeeld. Hier waren de kinderen vrij. Dat vond ik in het begin heel moeilijk, maar dat heb ik later met terugwerkende kracht ingehaald.”

Wat heb je allemaal uitgespookt dan?

„In Maarssen werd heel veel op straat gehangen en dat vond ik eigenlijk wel spannend. Vooral omdat er thuis nogal wat spanning was door de scheiding van mijn ouders. Van mijn dertiende tot mijn zestiende was ik daarom iedere dag op straat te vinden. Bij mijn vader in Valkenkamp was dat bij de Rientjes Mavo en bij mijn moeder in Bloemstede bij het basketbalveldje. Daar liep het echte tuig, met veel mensen uit Overvecht en Kanaleneiland. Bij beide groepen vond ik een soort tweede familie, waardoor ik me begrepen voelde en waarmee het ook nog eens spannend was door de rottigheid die we uithaalden.”

Hoe ver ging je daarin?

„We braken in, blowden, staken dingen in de fik, maar als blond havo-meisje werd ik gezien als een soort elitaire nerd. Daardoor mocht ik nooit écht meedoen. Tijdens de inbraken mocht ik alleen op de uitkijk staan en bij het straatracen ’s avonds was ik helemaal niet welkom. Ik had een enorme bewijsdrang dat ik heus ook wel cool en straathangwaardig was en ging op mijn werk bij de Hema ook dingen uithalen. Ik stopte geld in mijn zak, en had niet door dat er een camera hing. Voor ik het wist werd in mijn Hemakloffie door vier politieagenten naar een politieauto op het Bisonspoor begeleid.”

En toen?

„Mijn vader kwam me ophalen en keek alsof hij drie dagen zijn poep had opgehouden. Hij was zó teleurgesteld. ‘Ik ben weg bij de Hema. Ontslagen. Echt voor schut. Ik had bij de kassa dingen niet aangeslagen, en in mijn eigen zak gestoken. Gepakt. Bout, ik heb echt zoveel geld gejat’, schreef ik in mijn dagboek. Ik kreeg een taakstraf en moest vier dagen onkruid wieden langs de Amsterdamsestraatweg. Dat vond ik stiekem helemaal niet zo erg, want ik was het enige meisje en kon zo enorm flirten met al die leuke foute jongens.”

Was je veel bezig met jongens?

„Heel veel. In 1998 schreef ik bijvoorbeeld: ‘Ik zit nu twee weken op het Niftarlake College en ben net terug van een kennismakingskamp. Ik heb een redelijk toffe klas, vooral Rafael.’ In het programma vertel ik ook over mijn eerste vriendje, die een vet gevaarlijke crimineel bleek te zijn. Ik kwam erachter dat hij een vriendinnetje had van het kamp en was gelijk heel bang, want daar wilde ik absoluut geen ruzie mee. Op een gegeven moment stond zij opeens op het schoolplein met een schroevendraaier te schreeuwen dat ik een kankerhoer was en ze mijn ogen ging uitsteken. Ik plaste bijna in mijn broek van angst. Ik schreef: ‘Ik legde bibberend uit dat ik er niks aan kon doen, want ik wist niet dat hij een vriendin had. Maar ik zit nu dus met hem. Hij blijkt een vet gevaarlijke crimineel te zijn en ik weet niet hoe ik van hem afkom.’”

Je bent inmiddels actrice en theatermaker. Wanneer ging de knop om?

„Ik zou bijna blijven zitten en dat mocht absoluut niet gebeuren van mezelf. Ik moest en zou de havo halen. Dat is met de hakken over de sloot gelukt. Achteraf ben ik daar erg blij om.”

Hoe is het om dit allemaal terug te lezen?

„Ik kan heel hard lachen om die verhalen uit de puberteit en ik denk dat veel mensen zich hierin kunnen herkennen. Je bent dan zo ongenuanceerd. Alles is of zwart of wit. Toen ik dertien was, schreef ik een brief aan mijn volwassen ik: ‘Heb je geen geld? Word nooit hoer. Als je dat maar laat.’ Ik vind dat zo vertederend. Het is ook een opluchting dat je als mens niet zoveel verandert. Vroeger dacht ik altijd: als ik groot ben, wordt alles anders. Maar alles is nog precies hetzelfde. Ik had verwacht dat ik huisje, boompje, beestje zou hebben, maar ik zoek nog steeds vrijheid. Daarom woon ik nu in een camper in Amsterdam. Ouder worden blijkt reuze mee te vallen.”

De aflevering is zondag 11 november om 21.20 uur te zien op NPO1.

Indra Jager 08-11-18, 19:00 Laatste update: 19:31 

© Foto Ruud Voest